Deel 1: Drogen van je werk
Je werk drogen is niet zomaar neerzetten en wachten tot het droog is. In ieder geval geldt dit niet voor ieder werk. Ja, ook drogen is een kunst. |
Het droogproces
Tijdens het drogen gebeurt er maar één ding. Het water verdampt uit de klei en de ruimte die daarop ontstaat wordt opgevuld door de kleiplaatjes. Daardoor krimpt de klei. Bij sommige G&S (merk klei) kan dat 7% zijn. Daar moet je rekening mee houden in hoe je het object hebt opgebouwd.
De krimp is verticaal iets sterker dan horizontaal. Houd hier rekening mee met het bouwen van je object. Zorg dat je object overal even dik is, dit zorgt voor een gelijkmatige droging. In de volgende paragrafen laat ik aan de hand van afbeeldingen zien wat er gebeurt en hoe je hier mee omgaat. |
Gewone droging
Aan de rechterkantkant zie je een doorsnede tekening van een kleiwand. De grijze delen zijn de chamotte en het rode gedeelte de klei. De afbeeldingen die je ziet, zijn steeds doorsnedes van een kleiwand.
Het drogen gaat altijd vanuit het midden naar buiten. Met het opbouwen zal de klei in het midden maar ook nog aan de buitenkant vochtig zijn. De eerste afbeelding is wanneer je het object net hebt opgebouwd. Het zwarte moet het vocht voorstellen. Je ziet dat de klei mooi vochtig is. |
Het gebruikte voorbeeld. |
De volgende afbeelding is wat er gebeurt tijdens het drogen. Het vocht aan de rand gaat de klei uit maar in het midden is het nog vochtig. Klei aan de rand droogt sneller op dan dat klei het vocht vanuit het midden naar buiten kan transporteren. Dit is de reden waarom drogen tijd nodig heeft. |
Links natte klei en rechts klei dat aan het drogen is. |
Verschil in droging
Een dunne wand droogt sneller dan een dikke wand. En hier zit een gevaar. Als je je object opgebouwd hebt uit verschillende diktes, betekent dat het dunnere gedeelte eerder droog is dan het dikkere gedeelte.
Maar dat ook dat het dunnere gedeelte daardoor eerder krimpt dan het dikkere gedeelte, waardoor je dus krimpscheuren krijgt. Hieronder leg ik uit wat er kan gebeuren als je dik en dun combineert. |
Een dikke en dunne kleiwand, pas opgezet.
|
Hier zie je dat het drogen van de twee wanden heel verschillend is. Hiermee is ook de krimp verschillend. |
Ongecontroleerd drogen
Laat je het gewoon op zijn beloop dan gebeurt er het volgende: Het dunnere deel droogt eerder, waardoor het scheurt (zie afbeelding). Als uiteindelijk de dikke wand ook gedroogd is, zal waar de scheur is in het dunne gedeelte, weer aansluiten.
Dat blijft dus een zwak punt, want het zal nooit meer aan elkaar komen. Krimp is voor een dikkere wand hetzelfde als voor een dunnere wand. Door zorgvuldig te drogen, zal dat dus niet gebeuren. |
Hier zie je het ontstaan van een krimpscheur |
En als het droogproces voltooid is, zie je niets meer terug van je krimpscheur. |
Dunnere en dikke gedeeltes
Dit hoeft geen probleem te zijn. Zolang het in dezelfde richting zit (in één lijn) zal het goed gaan. Het dunnere gedeelte zal eerder krimpen dan het dikkere gedeelte maar dat is geen probleem omdat het in dezelfde richting is, zolang er maar niets anders parallel aan deze lijn loopt. |
Het dunne en dikke gedeelte is in één lijn. |
Het droogproces van het gedeelte. |
Uitgeholde objecten
Dat is ook weer een apart iets. Doordat het object hol is, zal het vocht in het uitgeholde gedeelte niet verdwijnen. Dit betekent een langere droging want al het vocht kan er maar aan één kant uit (zie tekening), en dat is alleen maar naar buiten.
In het midden zal je een vochtige ruimte houden dat langzaam zal verdwijnen naarmate de klei zelf droogt. Heb je een opening aan de bovenkant, dan zal het iets sneller gaan. |
Je object, net opgebouwd |
Je object, in het droogproces |
Snel drogen
Je kunt klei snel drogen, maar er hangt een risico aan. Als je het in de zon zet, dan heb je aan de ene kant een snelle droging, maar niet aan de andere kant. Dit zorgt voor oneven droging en dus krimpscheuren. Ja, ik weet dat het in Afrika wel goed gaat.
Maar daar is het niet alleen aan de zonkant 30 graden maar ook aan de schaduw kant. Dat is dus heel wat anders en niet te vergelijken. Wanneer je op een verwarming droogt, moet je zorgen dat er geen koude tocht is. Dit geeft hetzelfde probleem als hierboven beschreven. |
Op een verwarming of in de zon kan een ongelijke droging geven |
Wil je snel drogen, dan kun je het beste gebruik maken van een keramiekoven. Hierin heb je geen last van tocht en is het rondom je object even warm. Bouw langzaam op en stook je oven niet hoger dan 95 graden, laat hem daar maar gerust een paar uur op staan. Past het in een keukenoven, dan zou dat ook goed moeten gaan. Geen magnetron gebruiken, ijzer in klei reageert hier slecht op en vocht gaat te snel koken. Een andere optie is er eigenlijk niet.
Men zegt wel eens dat er voor drogen nieuwe lucht toegevoerd moet worden om het vocht mee te nemen en dat het dus niet mogelijk is. Maar waarom loopt een stoomketel op de duur droog? Daar wordt ook niet van onderen nieuwe lucht aan gevoerd. Dat is omdat stoom altijd naar boven wil. Er komt dus altijd wel nieuwe lucht in de oven. |
In een keramiek oven heb je altijd een gelijke warming en dus gelijke droging |
Tot zover deel 1. Voor het vervolg, ga naar deel 2